· 

Verklaring namens het bestuur NVWHT

HELMOND - Het bestuur van de NVWHT heeft vanuit de media kennisgenomen van het voornemen van het CIDI en Centraal Joods Overleg om aangifte te doen tegen de organisatie van de militariabeurs in Houten.

 

Het bestuur van de NVWHT wil stellig benadrukken dat het bestuur van onze vereniging hier geen partij in is, maar dat het bestuur hier wel een uitdrukkelijke mening over heeft. Daarnaast worden veel van onze leden die geïnteresseerd zijn in wapen- en krijgshistorie ook zijdelings geraakt mocht deze aangifte tot gevolg hebben dat de beurs in de toekomst geen doorgang meer kan vinden.

 

De reden van het CDI en CJO om aangifte te doen is dat er op de militariabeurs historische voorwerpen aangeboden worden die een Nationaal Socialistische achtergrond hebben en die veelal van bijbehorende symbolen zijn voorzien.

 

 

De mening van uw bestuur:

 

De NVWHT is opgericht met het doel om onze leden, die onderzoek doen naar de historie van vuurwapentechnologie, te faciliteren. Wij vinden dat iedereen die onderzoek wil doen de kans moet krijgen om zichzelf te ontplooien en verzetten ons daarom tegen de gedachte dat historische artefacten exclusief in eigendom mogen zijn van (Rijks)musea. Geschiedkundige artefacten in bezit van een zeer beperkte (door de Staat gereguleerde) groep zijn manipuleerbaar en daarmee wordt de geschiedenis manipuleerbaar. Geschiedkundige artefacten in bezit van een grote groep mensen maakt deze geschiedenis juist tastbaar en maakt dat ontkennen of manipuleren van de geschiedenis moeilijker, zo niet onmogelijk wordt. De mogelijkheid om een tastbaar stuk te kunnen verwerven maakt de komende generaties juist ook geïnteresseerd om zich te verdiepen in de geschiedenis.

 

Het doen van aangifte tegen de organisatie van de beurs, speelt juist personen die de holocaust ontkennen in de kaart. Niet alleen nu, maar vooral op de langere termijn.

 

 

Daarnaast zijn de artefacten die momenteel voor het CDI en CJO een reden zijn om aangifte te doen, in de afgelopen zeventig plus jaar bewaard door personen die in de gaten hadden dat het zich hier handelde om stukken met grote historische relevantie, anders waren deze artefacten al lang in de vuilnisbak beland. Deze personen hadden de Tweede Wereldoorlog vaak nog als kind in de eerste persoon meegemaakt en hadden in de gaten dat het een belangrijke periode uit de historie betrof. Vaak zijn deze verzamelaars de reden geweest dat deze artefacten nog bestaan! Het nu verklaren dat deze grote groep verzamelaars een verkeerd gedachte goed erop na houdt vindt het bestuur van de NVWHT zeer kwetsend voor deze groep mensen die zich aanhoudend hebben ingespannen om het verleden onder de aandacht te brengen en het historische erfgoed te conserveren voor volgende generaties. In enkele aantoonbare gevallen, zijn deze personen zelfs een openbaar museum begonnen. In andere, net zo aantoonbare gevallen, hebben deze personen zich zeer veel moeite getroost om een diepgravend onderzoek uit te voeren en hierover boeken te schrijven. Boeken die op hun beurt weer, op waarde geschat worden door gerenommeerde binnen- en buitenlandse musea.

 

 

Voor personen die slechts geïnteresseerd zijn in de grote lijnen van de geschiedenis lijkt een dergelijk boek vaak geen relevante informatie te bevatten, maar als een tastbaar stuk het ontkennen van de geschiedenis al moeilijker maakt, het aan de hand van stempels en productiekenmerken kunnen toeschrijven aan een bepaalde fabrikant, met een bepaalde productielocatie, maakt het ontkennen van de geschiedenis al een stuk moeilijker!

 

 

Aangifte tegen de organisatie van de beurs criminaliseert en discrimineert de beursbezoekers en verzamelaars die zich juist onvermoeibaar hebben ingespannen om de geschiedenis levend te houden.

 

Door aanhoudende studie van verzamelaars worden er nog steeds boeken geschreven met veel detailinformatie, waardoor het artefact wordt verankerd in de geschiedenis en hiermee ontkenning onmogelijk wordt.

 

 

Het verbieden van militariabeurzen zal voor een grote groep (jonge) mensen de interesse in geschiedenis doen verminderen. Dit zet de deur wagenwijd open voor lieden die de geschiedenis het liefst zouden herschrijven. Het doet bovendien de artefacten niet verdwijnen. De handel zal zich dan verplaatsen omdat bonafide verzamelaars niet meer, of op z’n best een stuk moeilijker, onderling kunnen handelen.

 

 

Namens het bestuur van de NVWHT